Kwelders en krijtrotsen

kwelders en krijtrotsen

Naar Rostock

We pauzeren op een gezellig terrasje in Stege. Nu nog naar Rostock. We rijden de volgende ochtend weer naar het westen. Flinke tegenwind. Ik trek het nu echt niet meer, wil naar het eerste het beste treinstation. Aalke Lida laat me zien dat dat treinstation 75 kilometer verderop is, zo'n 25 kilometer ten noorden van de veerhaven voor Rostock. Toch maar weer verder.

Het havenhoofd van Rostock. Twintig kilometer voor het veer naar Stubbekøbing zie ik dat het vrij krap wordt om de boot te halen. We hebben geen zin om lang te moeten wachten, en zetten flink gas op de zuigers. Met nog geen tien minuten speling komen we in de haven. Dan lijkt het veer uit de vaart te zijn. Er lopen een paar mensen, en vragen hoe het zit. Volgens hen vaart er af en toe wel iets, maar vandaag niet meer. De mannen blijken echter van een duikbedrijf te zijn, ze staan op het punt om naar Stubbekøbing te rijden via de snelwegbrug een stuk verderop. Wij kunnen mee, de fietsen passen in één van de busjes. Een geweldig toeval. Vijf minuten later zijn we op weg.

Het fietspad van de zeehaven naar de binnenstad van Rostock Monumentale havenkraan in de haven van Rostock De volgende ochtend hebben we de veerboot naar Rostock. We hebben nog een middag en een ochtend om deze oude havenstad te bewonderen. We raken aan de praat raken met de bemanning van een authentieke en goed onderhouden Lowestoft Logger. De maat vertelt over het zeilen langs de Oost-Duitse kust, over Rügen en de eilandjes daar in de buurt. Klinkt ook goed...

Onze fietsen, klaar voor de terugreis We overnachten in een nieuw, goedkoop trekkershotel, met een enorme hond die volgens de eigenares meestal slecht op gasten reageert. Met ons wil hij alleen maar knuffelen en spelen. Ik zou hem zo meenemen.

Of de trein naar Nederland wind tegen had, weten we niet.