De Vuurtoren
Om in Noord-Friesland te komen, moet je om Eiderstedt heen. Dit is een groot schiereiland, dat vroeger uit drie kleinere eilanden bestond. Door landaanwinning en dijkenbouw is het één geheel geworden en aan de kust vastgegroeid. Op de noordwesthoek van dit schiereiland staat de vuurtoren van
Westerheversand, de beroemdste vuurtoren van Duitsland. Al jaren droom ik er van een foto te maken van mijn Hurri tegen deze toren.
Maar de wind is naar het westen gedraaid en staat dus tegen. Er komen felle buien voorbij en het is koud. Aalke Lida's voeten worden zo koud dat ze eigenlijk niet meer verder kan. Ze lost dit heel handig op door de (nog droge) zooltjes van haar wandelschoenen in plastic zakjes te stoppen en met deze zakjes over haar voeten haar fietsschoenen aan te trekken. We gaan verder, passeren de Eiderdam en rijden buitendijks naar de beroemde badplaats Sankt Peter-Ording. We drinken een duur kopje espresso om op te warmen. Westerheversand is niet ver meer.
Het regent pijpestelen als we langs de dijk verder gaan. We komen bij een stuk fietspad wat onbegaanbaar is. We moeten een andere route kiezen, ik ben bang dat we niet bij de vuurtoren kunnen komen. Gelukkig blijkt er een stuk verderop toch een fatsoenlijk fietspad terug naar de dijk te voeren. Dan is er een dijkovergang en daar, op een terp, midden in de kwelder staat hij. Drie rode en drie witte banden, aan beide zijden een huisje.
Via een zijpaadje rijden we er heen. We zijn allebei moe en de regen zat. Bijna maak ik niet de foto. Dan bedenk ik dat het heel wat jaren gaat duren voor ik hier weer ben, en wat voor kleine moeite het is om mijn fiets even de terp op te sleuren en af te drukken. Ik maak drie foto's. De regen is ondertussen opgehouden.
Als we terugfietsen naar het pad langs de dijk, breekt de zon door. De wind draait niet naar het oosten als we richting Husum rijden. We worden warm, droog en kunnen eindelijk weer een beetje tempo maken.
Husum is de hoofdstad, het culturele centrum en de grootste haven van Noord-Friesland. En dat met nog geen 21.000 bewoners. Noord-Friesland is niet zo grootschalig. Dat heeft het stadje vermoedelijk gered, de geallieerden hebben nooit de moeite genomen om de oude binnenstad plat te gooien. Zodoende kun je tegenwoordig nog genieten van de oude haven, omringd door oude en heel oude gebouwen. Of van de Mariënkirche, het slot of éen van de musea.
Husum is al heel oud, de oudste vermelding stamt uit 1252. Door de Marcellusvloed van 1362 veranderde Husum plotseling in een havenstad. Niet dat ze er rijk van werd, het was de periode van kleine ijstijd en zwarte dood. Deze vloed, tezamen met de Buchardivloed van 1634 hebben Noord-Friesland gemaakt tot wat het nu is, zowel geografisch als cultureel.
De beroemdste inwoner van Husum is Theodor Storm, een 19e-eeuwse schrijver. Een ieder die Noord-Friesland bezoekt zou zijn geniale boek Der Schimmelreiter moeten lezen. Deze novelle zet in honderd pagina's een levensecht beeld neer van het landschap, de geschiedenis, de cultuur en de sfeer van Noord-Friesland.
De camping ligt een paar kilometer buiten het stadje. Als we er heen rijden hebben we de laatste regenbui van de vakantie.