kwelders en krijtrotsen

Het Eind van het Wad

Mijn Hurri geparkeerd tegen het plaatsnaambord van Ho, het laatste plaatsje aan het Wad. Golven slaan kapot op de rand van de kwelder door een harde oostenwind. De Waddenzee eindigt als een fjord. Als je op de kaart naar de Ho Bugt kijkt, verwacht je een gebied dat lijkt op de Dollart of de Jadebusen. Maar nee. De oevers lopen schuin op en zijn bebost, kwelder is er nauwelijks en de walkanten zijn vaak steil.


Ik kijk vanaf een steiger uit over de Ho Bugt. Het plaatsje Ho is het laatste stukje beschaving langs het Wad. Niemand zou het bestaan van dit gehucht vermoeden als het niet dáár lag. We rijden naar de waterkant, en kijken vanaf de steiger uit over de Ho Bugt. De wind is gekrompen tot Oost, er staat zeker een zes, voor morgen is er acht voorspeld. Het is hoogwater, de spetters vliegen ons om de oren.


Skallingen, het schiereiland dat de Ho Bugt afscheidt van de Noordzee. Nog een keer fietsen we door de kwelder. Het is tijd om afscheid te nemen van de Waddenzee. Ik zeil al ruim een decennium op het Wad. Ik ben gewend dat er altijd meer Wad is. Tijdgebrek of die verachtelijke Hindeburgdam tussen Sylt en het vasteland maakten het onmogelijk om verder het Wad op te trekken. Maar altijd, tot ver voorbij de horizon, was er Waddenzee. Hier niet meer. Het houdt echt op. We rijden een stukje naar het zuiden, tot Skallingen, het schiereiland dat de Ho Bugt scheidt van de Noordzee. Waar het pad slecht wordt, eten we ons brood op en keren om. We hebben het Einde van het Wad bereikt.