Denemarken
Onze eerste avond in Denemarken brengen we door in Tønder, een vriendelijk stadje zo'n vijftien kilometer landinwaarts. De camping is vlak bij het oude stadshart. Het is opvallend hoe goed de oude huizen en gebouwen bewaard zijn gebleven, dat zie je maar heel weinig in Nederland of Duitsland.
Natuurlijk moeten we dit stadje wat beter bekijken, en het Deense bier uitproberen. Helaas is het maandagavond, en er is dus niks te beleven. We lopen langs een café dat er nogal treurig uitziet, twijfelen en lopen dan toch maar verder. Helemaal aan de andere kant van het centrum denken we het gezellige café gevonden te hebben, maar daar blijkt een privéfeestje gaande. Grumble. Dan maar terug naar de camping. Als we vrijwel weer terug zijn, besluiten we om toch maar naar het ranzige café te gaan, draaien voor de zoveelste keer om en stappen naar binnen. Het is vrijwel leeg. Aan de bar zitten twee onvoorstelbaar dronken kerels om grof geld te dobbelen. De barman kan het niks schelen dat ze (letterlijk) van hun kruk vallen en tapt gewoon door. Welkom in Denemarken. We hebben er gelukkig geen last van, en drinken een lekker biertje.
Ik heb al een tijdje last van een vreemd maar venijnig pijntje in mijn bovenbeen. Ik heb het vermoeden dat het veroorzaakt wordt door slijtage in mijn pedaal. Mijn voet kantelt hierdoor naar buiten bij het trappen. Als op dinsdagochtend Aalke Lida in de rij staat voor vers brood, sleutel ik wat aan de koppeling onder mijn schoen. Het lijkt te werken. Vervolgens gaan we richting het Wad. We zijn benieuwd, het is voor ons beide de eerste keer dat we het Deense Wad zien.
Onderweg passeren we het prachtige dorpje Møgeltønder. Een fraaie dorpsstraat met veel bomen en een oude kerk. Helaas zijn de kinderkopjes zo venijnig dat we een groot deel moeten lopen.
Het kost wat moeite om de weg langs de zee te vinden, maar als dat eenmaal gelukt is blijkt het wel de moeite waard. Het Wad grenst hier niet aan polders, maar aan het hoge land. We hebben daardoor een fantastisch uitzicht over de Waddenzee en de eilanden Sylt en Rømø. Er is hier langs de kust vrijwel geen tourisme. Haventjes zijn er vrijwel niet. Ook fietspaden ontbreken. Langs die gedeeltes van de kust waar wel een dijk ligt, kun je niet fietsen. Het is hier totaal anders dan langs het Duitse of Nederlandse Wad.