kwelders en krijtrotsen

Getijdeweg

De kerk van Vester Vedsted, vlak bij de weg naar Mando We willen naar Mandø, een klein waddeneiland dat met een getijdeweg aan de vaste wal verbonden is. We hebben van te voren niet precies uit kunnen vinden hoe begaanbaar die weg is voor fietsen. Auto's schijnen er heen te kunnen, maarja, dat zegt ook niet alles. Misschien alleen 4x4's.

De weg naar Mando, net drooggevallen. Op de voorgrond het crankstel van mijn Hurri Aan het eind van de middag komen we aan bij Vester Vedsted, een klein dorpje met een mooie, spierwitte kerk. Van hieruit volgen we de Mandøvej. We komen bij de dijk. Een teleurstelling. De weg staat onder water. We lopen naar de waterlijn en zien dat het nog steeds vloed is. Wie gaat er dan ook zonder getijdetabel op stap. Er stopt een auto, bestuurd door een overduidelijke local. Hij zegt dat het één of twee uur gaat duren. Dat kunnen we wel wachten.

De kwelder van Mandø. Aan de horizon staat een fabriek op het vasteland. Er is genoeg te zien in de tussentijd. Aalke Lida ziet een uil vliegen en spreekt even later een paar enthousiaste vogelaars die de uil aan het volgen zijn. Het blijkt dat er maar een paar van zijn in dit gebied. Ondertussen vermaak ik me met macrofotografie aan de rand van de kwelder.

We gaan koken en eten naast de weg. Tegen de tijd dat we uitgegeten en weer ingepakt zijn, rijden de eerste auto's al over de weg. We wachten nog even en gaan dan ook.

Aalke Lida moet hele stukken lopen over het spekgladde grind van de Mandoweg. Het valt niet mee. De weg bestaat uit grind dat glad is van het waddenslik. Aalke Lida moet stukken lopen, ik slaag er in om alles te fietsen, maar krijg kramp in m'n armen van het sturen. Later ontdekt Aalke Lida dat ze wel kan fietsen als ze niet ingeklikt is. Wanneer de zon onder gaat, bereiken we de overkant.

Het kerkje van Mando tegen zonsondergang. Mandø is indrukwekkend. Of eigenlijk, er is niets dat indruk wekt. Het is kleinschalig, rustig. Van de bewoonde waddeneilanden is dit het meest ongerepte. Er zijn weilanden, sloten en plasjes, wat lage duinen, heel veel vogels, een klein dorpje. Afgezien van een minicamping en een natuurvoorlichtingscentrum, is er niets van tourisme te merken. We drinken een Tuborg voor de tent. Er is geen betere plek voor een rustdag dan dit prachtige, stille eiland.